Joodse vertegenwoordiger krijgt de bons
Iraaks Koerdistan heeft zijn Joodse vertegenwoordiger ontslagen, de enige in een dergelijke functie in het Midden-Oosten die moslims met Joodse wortels weer moet herenigen.
door Judit Neurink in Erbil
Officieel is Sherzad Mamzani zijn post bij het ministerie van Religie kwijt omdat hij te weinig activiteiten ontplooide. Maar de werkelijke reden lijkt te liggen in zijn grote enthousiasme voor Israël op een moment dat de Koerdisch-Israëlische relaties onder vuur liggen, na het mislukken van het Koerdische onafhankelijkheidsreferendum van september. Israël is het enige land dat het Koerdische streven openlijk steunt.
Mamzani, die was aangesteld als een van de zeven vertegenwoordigers voor religieuze minderheidsgroepen in de Koerdische regio, was een actief lobbyist voor een eigen Koerdische staat, en zwaaide bij demonstraties openlijk met de Israëlische vlag.
‘Hij probeerde te laten zien hoe loyaal hij aan Israël was. Ik heb hem herhaaldelijk gezegd dat hij geen andere loyaliteit mag hebben dan met de joodse mensen in Koerdistan’, zegt de directeur Religieuze Co-existentie van het ministerie van Religie, Mariwan Naqshbandy. Hij stelt vast dat Koerdistan geen officiële relatie heeft met Israël.
Keelgat
Het vlagvertoon schoot Bagdad, dat onder invloed staat van Iran, in het verkeerde keelgat. Beide zijn felle tegenstanders van de Joodse staat. In een reactie stelde het Iraakse parlement een verbod in op de openbare vertoning van de Israëlische vlag.
Kort na het referendum legde Bagdad de Koerden sancties op, zoals de sluiting van hun vliegvelden voor buitenlandse vluchten, en nam het Iraakse leger betwiste gebieden in die onder Koerdische controle stonden. Momenteel zijn werkgroepen bezig om de sancties van tafel te krijgen, en met het ontslag van de joodse vertegenwoordiger proberen de Koerden de regering in Bagdad milder te stemmen.
De meeste joden verlieten Irak in de jaren vijftig. Wie bleef, bekeerde zich tot de islam. Mamzani slaagde er niet in Koerdische moslims met joodse wortels te herenigen tot een actieve joods-Koerdische gemeenschap, maar dat leidde niet tot zijn ontslag, evenmin als de onthulling dat hij zelf niet eens joods is, geeft Naqshbandy toe.
Hij benadrukt waarover het wel gaat: ‘Zolang we onderdeel zijn van Irak, kunnen we vriendschapsbanden hebben tussen Koerden en Israëliërs, maar niet officieel onder de naam van het jodendom werken.’ Daarmee erkent hij dat juist het streven om joodse moslims terug te brengen naar hun oorspronkelijke geloof, weerstand oproept.
Opperrabbijn
Bagdad ergerde zich ook aan de vele Israëlische gasten die naar Koerdistan vlogen. De druppel die de emmer deed overlopen was het bezoek van de Israëlische rabbijn Daniël Edri, die op uitnodiging van Mamzani in september naar Erbil kwam om door de minister van Religie benoemd te worden tot Opperrabbijn van Koerdistan.
Mamzani erkent zijn ontslag niet. Het gaat om een onbetaalde positie, en daarom is hij van plan om buiten het ministerie om ermee voort te gaan.
Dit artikel verscheen eerder in De Standaard van 12 februari 2018