Een van de Joodse bezoekers bij de tombe van Nahum in Al Qosh FOTO JUDIT NEURINK
Joodse verhalen

Een land waar officieel geen Joden wonen

Eind 2015 kreeg ik een opvallend verzoek. Zou ik drie joodse bezoekers willen rondleiden in Iraaks-Koerdistan? Het werden een paar van de opmerkelijkste dagen van mijn leven.

Een van de joodse bezoekers bij de tombe van Nahum in Al Qosh    FOTO JUDIT NEURINK

door Judit Neurink

Dit is een primeur, denk ik als ik de camera van mijn mobieltje richt op de drie Joodse mannen die kaddish zeggen. Ze staan bij het graf van de Koerdische vader des vaderlands: Malla Mustafa Barzani. De sneeuw ligt hoog opgetast zodat het nog het meest lijkt op een sneeuwheuveltje met een kale steen erop. Koerdische functionarissen staan kleumend bij hen.

De stemming wordt plechtig als de rabbi en zijn twee geloofsgenoten heen en weer bewegen op de zang van het gebed. Dit drietal brengt iets terug van de eeuwenoude Joodse erfenis die verloren is gegaan in de jaren vijftig. Toen zijn de Koerdische Joden massaal naar de nieuwe staat Israël gevlucht – na ruim 3000 jaar van aanwezigheid in de Koerdische regio.

Bekeerd

In Barzan, het dorp van ex-president Massoud Barzani en zijn vader Mustafa Barzani, woonden vroeger veel Joden, die bescherming kregen van de Barzani-stam. Zowel vader als zoon bezocht hun oude vrienden later zelfs in Israël. Iets dat een schandaal veroorzaakte in het Irak van dictator Saddam Hoessein, die Israël als de vijand beschouwde en Palestijnse zelfmoorddaders beloonde.

De weinige Joden die niet uit Koerdistan waren vertrokken, hadden zich uit veiligheidsoverwegingen tot de islam bekeerd. Ruim zestig jaar later vertellen hun kleinzonen bij het graf hoe zeer ze zich nog bewust zijn van hun Joodse bloed. Zelfs al hebben ze geen relatie meer met het geloof.

Dat geldt lang niet voor alle kleinkinderen, ontdek ik als de kleine delegatie andere Ben Jews – de benaming voor mensen met Joods bloed in de Koerdissche regio – ontmoet. De afkomst van veel Joden zijn in de vroegere handelsstad Koya nog algemeen bekend en sommigen houden tot op de dag van vandaag vast aan de tradities van hun grootouders en ouders. Zoals de oude dame met de hoofddoek, die vertelt hoe ze de sabbat nog eert. Met gesloten ogen en alle bijbehorende gebaren reciteert ze gebeden zoals haar moeder haar die leerde.

Schijn

En die hoofddoek dan, die mij nogal heeft misleid? Ze moet erom lachen, knoopt de doek los en maakt de uiteinden achter haar hoofd vast waardoor ze onmiddellijk op een Joodse mamma lijkt. “Dat doe ik thuis meestal zo, maar buiten moeten we toch de schijn ophouden”, zegt ze.

Ik vind het een ontroerende ontdekking: Joods leven in een land waar officieel geen Joden leven. De honderden Ben Jew-families die er zijn, staan als moslim in de boeken. En dat in een tijd waarin juist de Koerdische regio wordt belaagd door aanhangers van de meest extreme islam. Maar misschien is het: juíst in deze tijd . Want dankzij die moordende scherpslijpers hebben veel van de Koerden – overwegend moslim – zich van de islam afgekeerd. Moskeebezoek daalde met veertig procent.

Dat verklaart deels de openheid van de drie Joodse gasten. Het keppeltje dat nu niet tot afkeer of woede leidt. Keer op keer krijgt het gezelschap te horen hoe verwant de Koerden zich met hen voelen. Omdat beiden tussen vijandige volkeren wonen en de Koerden dezelfde onafhankelijkheid nastreven als de Israëliërs hebben bevochten.

Joods leven

Joods leven lijkt terug te keren naar Iraaks Koerdistan. Er is al een Joodse vertegenwoordiger aangesteld bij het ministerie van religie en er wordt mogelijk een synagoge gebouwd. Dat is in een regio die lange tijd zo beheerst wordt door vijanden van het Jodendom is dat een klein wonder.

Dit artikel stond in februari 2016 in One World.

Judit Neurink
Judit Neurink is journalist en auteur, en schrijft over Irak en het Midden-Oosten