Waarover spraken Rutte en Sudani in Den Haag?
Nederland gaat binnenkort de NAVO-missie in Irak leiden. Op een moment dat de anti-ISIS-coalitie wordt afgebouwd, maar pro-Iraanse sjiitische milities voor een nieuwe dreiging zorgen.
Door Judit Neurink
‘Nederland en Irak zullen zich ervoor blijven inzetten escalatie van het conflict in Gaza te voorkomen,’ was de laatste zin van de tweet die premier Rutte de wereld instuurde na het bezoek van zijn Iraakse ambtgenoot Sudani aan Den Haag. Toch lag daarin de achtergrond van dat bezoek dat er zonder de gevolgen van de Gaza-oorlog heel anders had uitgezien.
Waarom zou de Iraakse premier naar het kleine Nederland afreizen op het moment dat daar een verhitte discussie wordt gevoerd of de 2500 Amerikaanse troepen wel of niet in Irak moeten blijven? Kort na een bezoek van de Nederlandse ministers van defensie en buitenlandse zaken aan Bagdad?
Niet omdat zijn minister van buitenlandse zaken Fuad Hussein de Nederlandse nationaliteit heeft. Niet omdat het Nederlandse hoofd van de VN-missie in Irak, Jeannine Plasschaert de situatie vanwege de voortdurende aanvallen op Amerikaanse troepen door sjiitische milities omschreef als ‘op het scherp van de snede’.
Maar omdat Bagdad vreest in het conflict tussen de VS en Iran te worden getrokken, zoals Fuad Hussein tegenover de BBC aangaf. En Nederland vanaf mei de NAVO-missie in Irak gaat leiden.
Aanvallen
Wat die twee zaken met elkaar te maken hebben? Even terug naar de feiten. Pro-Iraanse milities hebben steeds oktober, het begin van de Gaza-crisis, meer dan 170 aanvallen uitgevoerd op Amerikaanse militairen in Irak en Syrië. Onder invloed van hun bazen in Iran eisen ze dat de VS, die ze medeverantwoordelijk achten voor de vele Palestijnse doden, uit Irak vertrekken.
Die zijn daar echter op uitnodiging van Bagdad, dat in 2014 hulp nodig had om de opmars van de terreurgroep ISIS te stoppen. In 2021 is al een einde gekomen aan de actieve status van de militairen, die nu alleen nog een rol hebben als trainers en adviseurs. Pro-Iraanse milities menen echter dat dit alleen een cosmetische verandering was en willen dat ze helemaal vertrekken.
Koerden en soennieten vrezen echter dat daarmee ook de balans verdwijnt waarmee er nog enig tegenwicht wordt gegeven aan de invloed van Teheran. Zoals Hussein het verwoordde: ‘De meeste Irakezen willen geen buitenlandse troepen op Iraakse grond. Voor degenen die zijn uitgenodigd, de Amerikanen, zullen we dat via onderhandelingen doen. En voor degenen die niet door ons zijn uitgenodigd, hopen we ook.’
Daarmee bedoelde hij de Iraanse Quds Force die het bevel voert over Iraakse milities – ook al zijn ze officieel onderdeel van het Iraakse leger. Hoezeer ze aan de Iraanse leiband lopen bleek wel toen er op 4 februari opeens een voorlopig einde kwam aan de aanvallen op Amerikaanse troepen in Irak. Enkele dagen eerder had Quds-leider Esmail Qaani op het vliegveld in Bagdad met vertegenwoordigers van die milities gesproken.
Voor de opmerkzame lezers: op het vliegveld, inderdaad. Qaani’s voorganger Soleimani was immers in de auto op weg naar Bagdad bij een Amerikaanse droneaanval vermoord.
Dodelijk
Hij waarschuwde dan ook voor het dodelijke effect dat de aanvallen konden hebben voor de commandanten van de milities, als de VS wraak zouden nemen voor dodelijke slachtoffers onder hun troepen in Irak. Alleen daarom bleef een Amerikaanse vergeldingsaanval kort daarop ook onbeantwoord.
Wat ook zal hebben meegespeeld is dat er vanuit Bagdad al aan een scenario wordt gewerkt voor vertrek. Er zou met de Amerikanen worden gesproken over het afbouwen van de anti-ISIS-coalitie, en over de toekomstige veiligheidsrelatie tussen de twee landen. Terwijl het Pentagon duidelijk maakte dat het niet ging over het Amerikaanse vertrek uit Irak, dreigde Washington tegelijkertijd deze gesprekken te traineren zolang er geen einde kwam aan de aanvallen op Amerikaanse militairen.
De gesprekken zijn hervat, maar niemand lijkt echt haast te hebben. Want het dilemma blijft dat bij een vertrek van de Amerikanen er geen enkel tegenwicht meer is tegen Iran. Er moet dus naar een andere oplossing gezocht worden.
Dat de anti-ISIS-missie moet worden afgebouwd, daarover lijkt men het eens, zoals Sudani in Den Haag ook liet doorschemeren. Al is de strijd tegen ISIS in Syrië allesbehalve klaar, en hebben de Amerikanen Irak nodig om hun troepen daar te vernieuwen en bevoorraden. Het sjiitische argument dat hun milities er toch zijn om in geval van een nieuwe inval van ISIS vanuit Syrië op te treden, bezorgt veel Irakezen kippenvel.
NAVO
En dan komt de NAVO-missie in Irak in beeld. Die is er sinds 2018, ook vanwege ISIS, en heeft ook al een adviseurs- en trainingsfunctie. Tegen de NAVO wordt overwegend positief aangekeken in Irak; die was in 1991 ook betrokken bij het beëindigen van de oorlog om Saddam Hoessein uit Koeweit te verjagen. Vanaf 1 mei wordt die missie geleid door de Nederlandse generaal Cas Schreurs.
Het is speculeren, maar wellicht dat de rol van de NAVO kan worden vergroot terwijl de Amerikaanse troepenmacht wordt afgebouwd. Door meer Amerikaanse troepen onder NAVO-bevel te plaatsen, bijvoorbeeld.
Voorop staat dat Irak zelf moet proberen om de milities ‘terug te krijgen in het hok’. Daarvan zijn velen in Bagdad doordrongen, vooral ook omdat twee van de belangrijkste met elkaar in conflict zijn gekomen. Aanhangers van Moktada al-Sadr’s Saraya al-Salam militie and Asaib Ahl Al-Haq dreigen in Babylon met elkaar op de vuist te gaan.
Kort na de benoeming van een lid van de laatste als gouverneur van Babylon verdween de plaatselijke commandant van Saraya al-Salam. Hij werd vermoord, en gedacht wordt door aanhangers van Asaib. Dat is een pro-Iraanse militie, terwijl die van al-Sadr zich nationalistisch opstelt. Ook in andere Iraakse plaatsen zijn er spanningen tussen milities.
In eigen huis
De Koerdische president Nechirvan Barzani klaagde deze week over aanvallen door deze milities op de Koerdische peshmerga, die toch onderdeel zijn van het Iraakse defensiesysteem. Dat is moeilijker dan met ISIS, zei hij, want ‘de dreiging komt niet van buiten maar is in je eigen huis, van een groep die geld krijgt van de Iraakse regering. (..) Je weet niet hoe je daarmee om moet gaan. Het strijdveld is niet zichtbaar, het is onduidelijk waar de aanval vandaan komt.’
Dat is niet een situatie waarin je alleen wilt komen te staan. Van de Koerden is bekend dat ze zichzelf beschouwen als goede vrienden van Washington. En ook aan soennitische zijde lijkt de munt gekeerd: de roep om het vertrek van de ooit zo gehate Amerikanen is verstild. Wie zorgt voor tegenwicht tegen de milities? Het zou zomaar kunnen zijn dat de NAVO-missie de komende tijd belangrijker wordt dan ze al was.
Generaal Schreurs, die volgens Defensie bekend staat ‘als analytisch sterk, energiek en gedreven en wordt geroemd om de manier waarop hij contact maakt en onderhoudt’, kan zijn borst natmaken. En Mark Rutte ook, als hij binnenkort de nieuwe secretaris-generaal van de NAVO wordt. Dat zal het bezoek van Sudani in ieder geval duidelijk hebben gemaakt.
Dit artikel las je gratis. Vond je het de moeite waard? Dan kun je jouw waardering laten zien door een kleine bijdrage te doen. Als veel lezers dit doen, kan ik artikelen blijven schrijven over het Midden-Oosten.