Gestrande trein buiten Tikrit FOTO JUDIT NEURINK
Achtergrond

De tikkende tijdbom na ISIS

Wat komt er in Noord-Irak na ISIS? Kan de stad Mosul zich na de bevrijding herstellen? In de eerder bevrijde steden Tikrit en Falluja stagneert de wederopbouw. Hier overheerst de angst voor terugkeer van de radicalen en is er onvrede over de sjiitische veiligheidstroepen. ‘Zij doen precies wat ISIS deed. Ze beschadigen huizen en bezetten ze.’

Gestrande trein buiten Tikrit FOTO JUDIT NEURINK

Door Judit Neurink in Tikrit/Falluja

Het droomhuis van Salah Abdullah Ahmed (44) was net een paar maanden klaar toen Islamitische Staat (ISIS) de Iraakse stad Tikrit in juni 2014 innam. Hoewel ISIS – of Daesh, in het lokale taalgebruik – een jaar later alweer werd verjaagd, zet hij nog steeds geen voet in het huis waar hij zo hard voor had gewerkt. Hij is wel wezen kijken. Maar de gedachte alleen dat het wellicht zijn voormalige buren die met ISIS heulden waren die er in waren getrokken na zijn vlucht is voldoende om het af te sluiten en leeg te laten staan.

De docent farmacie aan de Universiteit van Tikrit woont daarom op de campus, en bracht zijn gezin onder in de veilige Koerdische Regio. ‘Pas als de stad 100 procent veilig is, breng ik ze weer hier.’

Toch lijken de bewoners van Tikrit op het eerste gezicht het dagelijks leven weer te hebben opgepakt. In de stad, op drie uur rijden van Bagdad, zijn de winkels, benzinestations en restaurants geopend en bieden internetbedrijven zichzelf aan via reclameposters. Tegelijkertijd zijn veel kapotgebombardeerde huizen en gebouwen twee jaar na de verdrijving van ISIS nog niet hersteld en voelen veel burgers nog altijd de pijn van het verlies van vrienden of familie, en van bezittingen of kapitaal.

Geen geld

De wederopbouw is gestagneerd. ‘De overheid heeft geen geld meer voor het herstel van de stad’, zegt Leith Najah (40), die onlangs zijn baan als accountant bij een bouwbedrijf kwijtraakte. ‘Alles wordt besteed aan de strijd tegen ISIS.’ Alleen welgestelde burgers konden met eigen geld hun huizen herstellen. Najah werkt nu achter de kassa in een kebabrestaurant. Over de toekomst blijft hij optimistisch: ‘Als de overheid begint met herbouwen, krijgen jongeren weer werk en komt alles goed.’

De meeste mensen in Tikrit zeggen in eerste instantie de toekomst met vertrouwen tegemoet te zien. Maar zodra ik mijn notitieblok dichtklap, veranderen ze van standpunt. Dan hebben ze kritiek op de sjiitische milities die na de bevrijding bleven om de veiligheid te garanderen. De ongeschoolde militieleden maken fouten bij de registratie van ISIS-leden. Onschuldige burgers worden ten onrechte geregistreerd als IS-lid, terwijl IS-leden zelf al voor vijfhonderd dollar onder de registratie uit kunnen komen.

Daarom meent Abdullah dat ISIS nog steeds in Tikrit aanwezig is, hoewel alle inwoners gescreend zijn door de veiligheidsdiensten. Sommige aanhangers zouden volgens hem niet in de computer van die diensten staan. En bij ISIS-aanhangers met veel voorkomende achternamen is niet altijd duidelijk wie nu precies de gezochte persoon is.

Met de komst van de sjiitische milities is de demografie veranderd van het voorheen vrijwel geheel soennitische Tikrit. Volgens Abdullah is er veel wantrouwen. Want wie zijn die jonge sjiieten, en wie kan je aanspreken op hun gedrag? Er is een handjevol milities met elk een eigen leider die onafhankelijk van elkaar opereren.

Wantrouwen is er ook jegens de inwoners van een speciaal kamp net buiten de stadsgrenzen, waar familieleden van ISIS-strijders vastzitten – afgesloten van de buitenwereld en zonder telefoons. Om hen te beschermen tegen wraakacties, maar ook om te voorkomen dat zij voor ISIS aanslagen uitvoeren. Vooral de kinderen, die ISIS-onderwijs volgden en mogelijk gehersenspoeld zouden zijn, worden als een gevaar beschouwd. Hulpverleners spreken van een tikkende tijdbom. Ze zeggen dat de kans dat jongeren radicaliseren in de isolatie van het kamp alleen maar groter is.

Falluja

Ook in het in 2016 bevrijde Falluja vrezen hulpverleners voor zo’n tijdbom. De stad, op een uur of twee rijden van Tikrit, was de eerste Iraakse plaats die IS zich begin 2014 toe-eigende. Veiligheidstroepen kijken ontspannen hoe de lokale jeugd voor verkoeling in de Eufraat springt vanaf een bij de strijd tegen ISIS kapotgebombardeerde brug. Een ander litteken van ISIS in de stad is het hoge gebouw in het centrum van de stad, waarvan de inwoners maar wat graag willen vergeten hoe ISIS hier homoseksuelen naar hun dood gooide.

Sinds de bevrijding is de wederopbouw van Falluja slechts mondjesmaat op gang gekomen. Veel burgers zitten nog in opvangkampen voor ontheemden buiten de stad, waar ook ISIS-gezinnen onderdak vonden. Anders dan de andere burgers mogen zij echter niet terugkeren naar hun huizen. Dat geldt ook voor ISIS-gezinnen die uit Falluja gevlucht zijn naar het naburige Amiriyah Falluja en die stad niet mogen verlaten.

‘De overheid heeft geen idee hoe dit op te lossen’, zegt onderwijzer Jamal Naj, terwijl hij met een paar collega’s van de Qawarisni-jongensschool het probleem van de IS-gezinnen bespreekt met de verslaggever. ‘Er is een speciaal centrum nodig om hun moraal te herstellen en de relatie met IS definitief te verbreken. Anders zijn ze de ISIS van de toekomst.’

Collectieve straf

Juneid Khasi Naami, adjunct-directeur van een lokale hulporganisatie tegen radicalisering, deelt die zorgen en maakt bezwaar tegen de manier waarop de ISIS-families collectief worden bestraft. Ook zij zijn slachtoffer, zegt hij. ‘Waarom moet je ouders wier zoon zich tegen hun wil bij Daesh aansloot afzonderen?’ Alleen al het opwerpen van die vraag maakt hem verdacht bij de sjiitische veiligheidsdiensten, die alle soennieten zien als (potentiële) ISIS-leden.

Er wordt met twee maten gemeten, vult zijn in witte djellaba gestoken collega Abdeljabar Hussein aan. Want wie geld heeft ontkomt aan de collectieve straf en mag terugkeren naar Falluja. ‘Ik ken mensen in de huidige lokale overheid wier zoon of broer bij ISIS werkte. Het is de taal van het geld.’ Ze betaalden de juiste mensen, net als IS-aanhangers die zichzelf inkochten bij de Sjiitische milities, zegt Hussein. ‘Die hebben wapens en maken deel uit van de regering. Dus wie kan je vertrouwen?’

Net als in Tikrit misdragen de milities zich ook in Falluja. Huizen worden vernield en geconfisqueerd, zoals ISIS dat ook deed. Jamal Naj, een van de onderwijzers op de jongensschool, vertelt hoe een militie bij een controlepost een burger arresteerde. ‘Dankzij de goede relaties die zijn familieleden hebben met de regering vonden ze hem terug, hij zat in een geheime gevangenis. Ze moesten tienduizend dollar betalen voor zijn vrijheid. Dit is maffia.’

Wat de verhouding helemaal verzuurt, zijn de bijna zevenhonderd mannen die nog altijd worden vermist sinds de milities hen vorig jaar bij de bevrijding arresteerden omdat ze misschien wel banden hadden met ISIS, ook al was dat vaak niet zo. ‘Mijn broer en twee neven waren erbij. Niemand is teruggevonden’, zegt het schoolhoofd, Kifah Mehemid Nuwaf. Iedereen denkt dat ze zijn vermoord. ‘Dit is een nieuwe tikkende bom in Falluja.’

Vertrouwensprobleem

Volgens het schoolhoofd heeft de stad niet alleen een vertrouwensprobleem met ISIS en de milities.‘We vertrouwen ook de overheid in Bagdad niet.’ Na de Amerikaanse invasie van 2003 kwam de sjiitische meerderheid in Irak aan de macht. De soennieten raakten de macht kwijt en voelden zich achtergesteld, wat  in 2004 in Falluja leidde tot een hevige strijd tussen de Amerikanen en het soennitische Al Qaida.

‘De overheid handelt alleen uit eigenbelang. Hier is niks, geen stroom, water en andere diensten,’ klaagt Nuwaf. Dat leidt ook nu weer tot frustratie en onvrede, en dat is gevaarlijk voor de toekomst. ‘Want daarmee begon het allemaal de vorige keren; daarom vonden Al Qaida en later ISIS hier aanvankelijk zoveel steun.’

(eerder geplaatst in Amnesty International’s Wordt Vervolgd mei 2017)

Judit Neurink
Judit Neurink is journalist en auteur, en schrijft over Irak en het Midden-Oosten