De loodzware erfenis van Lausanne
De erfenis van het Verdrag van Lausanne valt een eeuw later zwaarder dan ooit. De Koerden zijn de klap die toen is uitgedeeld nooit echt te boven gekomen.
Door Judit Neurink
Honderd jaar geleden sloten Europese staten het Verdrag van Lausanne, dat het Ottomaanse Rijk opdeelde en de Koerden die er onderdeel van waren versnipperde over vier staten. Geen eigen staat, zoals Koerdische politici nog maar een paar jaar eerder was beloofd bij het Akkoord van Sèvres, maar een minderheid in de rompstaat Turkije en in de al even rechtlijnig aan de tekentafel gemaakte landen Syrië, Irak en Iran.
Koerden herdenken dit als een verdrietige mijlpaal. Te meer omdat ze een eeuw later verder dan ooit verwijderd zijn van hun droom van onafhankelijkheid. In Turkije en Iran voert de staat een ware oorlog tegen de daar onderdrukte Koerdische minderheid, die ook ernstige gevolgen heeft voor de semiautonome Koerdische regio’s van Irak en Syrië.
Dat zie je vooral als de Turkse en Iraanse regeringen een reden hebben om de aandacht van hun burgers af te leiden van hun eigen falen – en dat is momenteel zeker aan de orde. In eigen land achtervolgen ze de Koerdische oppositie , en zetten in hun regio’s (in Turkije en Iran) hele bosgebieden in brand.
In toenemende mate voeren de twee landen ook over de grens aanslagen uit op hun opstandige Koerdische onderdanen die daar hun toevlucht hebben gezocht. Met name de Koerdistan Regio van Irak herbergt oppositiegroepen uit alle drie andere regio’s en ligt daardoor voortdurend onder vuur.
Aanvallen
Dat door Turkse aanvallen op PKK-strijders in het grensgebied tussen Irak en Turkije al tientallen Koerdische dorpen zijn ontvolkt, waarbij een soort niemandsland is ontstaan, is bekend. Maar ook verderop, nabij de Iraanse grens, zijn leiders van oppositiegroepen het leven niet meer zeker. In het afgelopen jaar zijn er in de provincie Sulaymaniya ten minste vijf Koerdische activisten uit Turkije omgebracht, en onlangs ook nog twee uit Iran.
In de maand juni werd in de provincie Erbil een nieuw record bereikt toen het aantal Turkse aanvallen op leden van de Turks-Koerdische verzetsgroep PKK met tweehonderd procent toenam.
Ook in de Koerdische regio van Syrië zijn er voortdurend Turkse drone-aanvallen op leden van het Koerdische bestuur en hun militairen, die Ankara over een kam scheert met ‘de terroristen’ van de PKK.
Toen ik in Koerdistan woonde ging ik nog wel eens op bezoek bij een van de Iraans-Koerdische oppositiegroepen buiten Sulaymaniya. De leiders daarvan liepen zelfs in hun kamp nooit zonder gewapende bewakers rond, altijd op hun qui-vive voor aanvallen van de Iraanse vijand of politieke tegenstanders. Sinds Turkije en Iran drones inzetten, zijn die wandelingen vast helemaal te gevaarlijk geworden.
Een paar jaar geleden bezocht ik het kamp van een andere Iraanse oppositiegroep dat meer centraal gelegen is in de Koerdistan Regio van Irak, en daar bestookt was met Iraanse raketten. Daarbij waren meerdere doden gevallen. Ook posities van de groep in de bergen zijn aangevallen, zoals filmmaker Beri Shalmasi van nabij meemaakte. En recenter waren er dus gerichte aanvallen op vooraanstaande leden van die groep. De Iraanse Koerden stellen daar de Iraanse Revolutionaire Garde voor verantwoordelijk.
Ontwapenen
Diplomatieke protesten vanuit Bagdad tegen deze militaire acties op Iraaks grondgebied krijgen nauwelijks gehoor. Iran eist nu zelfs van Bagdad dat het voor september de oppositiegroepen ontwapent, anders komen er nieuwe aanvallen. De Iraanse oppositie zou naar speciale kampen moeten worden verplaatst en daar worden bewaakt, is de eis uit Teheran.
De Iraniërs zullen het voorbeeld van de Iraanse verzetsgroep en sekte MEK voor ogen hebben, die onder Saddam Hoessein vrij opereerde vanuit Irak. Maar na de Amerikaanse invasie werden de leden in een bewaakt kamp geplaatst, dat later onder auspiciën van de VN-missie in Irak kwam te staan. En dat uiteindelijk verplaatst is naar het buitenland; de MEK heeft nu een kamp in Albanië.
De intern tot op het bot verdeelde Iraakse Koerden lijken er weinig tegenin te kunnen brengen. Wat bijdraagt aan hun machteloosheid is het feit dat de twee grootste Iraaks-Koerdische partijen elk nauwe banden hebben met een van de twee boze buren. De KDP is er veel aan gelegen de relatie met Ankara goed te houden, en voor de PUK geldt hetzelfde ten aanzien van Teheran.
Daar komt nog bij dat hun al even verdeelde peshmerga-troepen niets kunnen doen om de aanvallen af te slaan. Alleen de luchthaven van Erbil, waar de daar gestationeerde Amerikaanse troepen doelwit zijn geweest van raketten van pro-Iraanse milities, heeft een luchtverdedigingssysteem.
Luchtafweer
Nu gaan er in het Amerikaanse Congres stemmen op om ook de peshmerga te voorzien van luchtverdedigingswapens. Maar dan moet er wel vaart komen in de pogingen die te verenigen en geheel onder het ministerie van Peshmerga te brengen. Daar werken de Amerikanen met hun Europese NAVO-partners al geruime tijd aan, een proces dat echter stuit op onwil. Want als gevolg van hun conflicten en het onderlinge wantrouwen, willen zowel KDP en PUK zeggenschap houden over hun eigen troepen.
De twee partijen praten weliswaar weer met elkaar, maar komen daarbij nauwelijks nader tot elkaar. Daarom kon het bericht dat er eindelijk stappen zijn gezet om een datum te prikken voor uitgestelde verkiezingen en zelfs om het verenigingsproces voor de peshmerga weer op gang te brengen, rekenen op applaus uit Washington. Al zijn er Koerdische analisten die het hele unificatieproces bestempelen als een farce dat de twee partijen alleen maar helpt om hun eigen mensen te onderdrukken.
Terwijl de tegenwind voor de Koerden dus zowel van buiten als van binnenuit komt, is het interessant om vast te stellen dat voor het eerst in de geschiedenis zowel de minister van buitenlandse zaken van Irak als die van Turkije van Koerdische afkomst is. De Nederlandse Koerd Fuad Hussein is aan zijn tweede termijn bezig in Bagdad; Hakan Fidan is in juni benoemd in Ankara.
Onlangs ontmoetten ze elkaar in Azerbaijan. Of ze het daarbij hebben gehad over de heikele positie van hun volk is onduidelijk. Maar gezien het feit dat Fidan zowel betrokken is geweest bij geheim Turks vredesoverleg met de PKK en haar gevangen leider Ocalan, als later als veiligheidschef bij de aanvallen op PKK-bases in Iraaks Koerdistan, lijkt dat zeer waarschijnlijk.
Zetje
Verondersteld wordt bovendien dat hij de relatie van Ankara met de PUK zal willen verbeteren, in een poging de Iraanse invloed terug te dringen. Iets wat Hussein, zelf afkomstig uit Khanaqin, net buiten de PUK-zone van de Koerdistan Regio en vlak bij de Iraanse grens, ook aan het hart zal gaan.
Niet dat twee ministers van buitenlandse zaken samen even de problemen van Irak en de Koerden kunnen oplossen. Maar ieder zetje in de goede richting is met het oog op de loodzware erfenis van Lausanne al welkom.
Dit artikel las je gratis. Vond je het de moeite waard? Dan kun je jouw waardering laten zien door een kleine bijdrage te doen. Als veel lezers dit doen, kan ik artikelen blijven schrijven over het Midden-Oosten.