Zoektocht naar fotograaf in ISIS-handen
Drie jaar geleden viel de Koerdische fotograaf Kamaran Najm in Irak in handen van de terreurgroep ISIS. Om hem te beschermen, zweeg iedereen over zijn lot. Maar na de val van ISIS zoekt zijn familie hem nu actief.
Door Judit Neurink
Waar is Kamaran? Drie jaar lang al is dat een terugkerende vraag onder journalisten in Iraaks Koerdistan, sinds fotograaf Kamaran Najm in juni 2014 bij de strijd nabij de oliestad Kirkuk in handen viel van de islamitische groep ISIS. Deze talentvolle fotograaf had een uitgesproken mening over de rol van de fotografie in zijn land, die naar zijn mening ten onrechte beheerst wordt door het voortdurende geweld.
Hij was de ziel van de eerste fotografiecursus die Zilveren Camerawinnaar Eddy van Wessel in 2008 op mijn uitnodiging in Iraaks Koerdistan gaf voor het Independent Media Centre in Kurdistan (IMCK). En de uitkomst daarvan bleek al snel, toen Najm diens raad ter harte nam en besloot een fotopersbureau op te zetten. Omdat het voor freelance-fotografen zo moeilijk was om in Iraaks Koerdistan hun werk betaald te krijgen (illegaal kopiëren was de regel), en om hen de kans te geven die kanten van het land te laten zien die onderbelicht bleven: dat was het echte Irak, voor hem.
Het fotopersbureau Metrography, dat hij samen met een bevriende Amerikaanse fotograaf opzette, vormde al snel zijn leven. Het begeleidde lokale fotografen en geeft hun werk een platform, waardoor dat bij diverse grote media terecht kon komen. Najm was gedreven; zo drong hij erop aan dat het IMCK de voortdurende auteursrechtschendingen in Irak zou aankaarten. Tijdens de bijeenkomst die we in Sulaymaniya organiseerden vertolkte hij zijn boodschap luid en duidelijk, maar helaas zijn z’n fotografen nog altijd vaak beter af als ze voor buitenlandse media werken.
Iraaks Koerdistan maakte een bloei door, waar echter met de komst van ISIS een einde aan kwam. Na de val van Mosul begin juni 2014 veroverde de groep de ene stad na de andere, maar de Koerden wisten haar uit de oliestad Kirkuk te jagen. Najm deed daar als fotograaf verslag van, en raakte gewond toen ISIS een nederlaag legde tijdens een bezoek van een Koerdische minister aan het front. In de verwarring die ontstond bleef hij achter, en een dag lang leefden zijn familie, vrienden en collega’s in de overtuiging dat hij omgekomen was. Hoe geliefd hij was onder collega’s bleek toen Facebook overladen raakte met boodschappen van verdriet.
Gewond
Maar Najm meldde zich een dag later telefonisch bij zijn broer, dat hij gewond was en in handen van ISIS. Omdat de familie hoopte over zijn vrijlating te kunnen onderhandelen, werd iedereen gevraagd de boodschappen weer te verwijderen. Want het was beter als niet zo duidelijk was hoe bekend Najm wel was.
We deden het geschrokken, en vanaf dat moment heerste er een radiostilte die drie jaar zou duren. Ook, omdat we hoopten dat ISIS niet de link zou leggen met een incident een half jaar eerder, toen Najm met zijn Nederlandse vriendin (en mijn ex-medewerkster) Jantine van Herwijnen in het nieuws kwam vanwege een publiekelijke kus. Ze klommen samen op de kapotte sokkel van een door radicale moslims vernield beeldje van een kussend stel in het Vrijheidspark in Sulaymaniya, en zoenden elkaar. Omdat het om de liefde ging, zei Najm, en de foto ervan ging viral op sociale media. Maar in Irak is elkaar zoenen in het openbaar taboe, en voor conservatieve moslims al helemaal, en het paar werd het centrum van kritiek en bedreigingen.
En nu was Najm in handen van hetzelfde soort scherpslijpers. Waar was hij? Leefde hij nog? De afgelopen jaren was dat de vraag die mijn collega’s en ik elkaar herhaaldelijk stelden, als het gesprek weer eens op hem kwam. Een vraag die ik ook zijn broer Ahmed stelde, die de leiding van Metrography had overgenomen en een fototentoonstelling in mijn woonplaats Erbil organiseerde. Ik wist dat die onderhandelingen in de dagen na zijn verdwijning niets hadden opgeleverd, maar Ahmed sprak nog steeds over hoop dat zijn broer in leven zou zijn.
Nu na drie jaar ISIS het meeste terrein in Irak en Syrië kwijt is, komt Najm’s familie eindelijk naar buiten, met een verzoek om informatie. “Het is niet langer gevaarlijk om over Kamaran te praten”, schrijft ze in een persbericht. Ze acht de kans klein dat hij nog leeft, maar hoopt iets van hem te horen. Media-aandacht zou kunnen helpen in de zoektocht.
Hoop
Die hoop is begrijpelijk. Want als ISIS iemand vermoordt van Najm’s kaliber, dan meet ze dat breed uit in haar media, zoals iedereen in Koerdistan weet na de executie van een aantal peshmerga-strijders die in haar handen waren gevallen. En over Kamaran Najm bleef het stil.
Het laatste dat van hem is gehoord – dat ene telefoontje – kwam uit Hawija, een van de laatste ISIS-bolwerken die de afgelopen weken zijn bevrijd. De bevolking die ISIS overleefde keert daar deels al terug. Zij hoeven niet langer te zwijgen. Weten zij wat er met Najm gebeurd is, of hij nog leeft? Of was hij naar Mosul overgebracht, of naar Raqqa, die beide heroverd zijn, en weet iemand daar iets?
Ook voor mij en mijn collega’s zijn de afgelopen drie jaar gevuld geweest met ISIS – berichtgeving over de opmars, het kalifaat dat gevestigd werd, de moorden, de ontvoerde en soms weer ontsnapte yezidi’s. Kamaran Najm ontsnapte echter niet. Niemand wist waar hij was. Al hadden we een vermoeden, waar we liever niet te lang bij stilstonden. Want hij was een topfotograaf, en ISIS had een uitdijende media-afdeling. Als de ontvoerde Britse journalist John Cantlie geen andere overlevingsmogelijkheid zag dan toe te geven aan de druk om daarvoor te werken, waarom zou de ontvoerde Najm niet dezelfde afweging hebben gemaakt? Overleven is instinct.
Toen de Amerikanen hun strijd tegen ISIS verder opvoerden, richtten ze die echter ook op de mediawerkers, die immers verantwoordelijk waren voor de propaganda die de groep status verleende en nieuwe leden opleverde. De afgelopen maanden is ook de mediastroom sterk afgenomen. Veel mediawerkers zijn omgekomen, of met ISIS naar onherbergzamere gebieden getrokken.
Geen identifatie
Duizenden die bij de strijd in Irak en Syrië zijn omgekomen zullen nooit geïdentificeerd worden. Er zijn massagraven, veel lichamen liggen bedolven in door ISIS gegraven tunnels of onder platgebombardeerde gebouwen. Maar ook de gevangenissen waar Irak mannen die iets met ISIS hadden opsloot in afwachting van berechting zijn overvol. Ik sprak wanhopige moeders die daar vergeefs naar hun zoons zochten. Duizenden families missen geliefden. En John Cantlie is ook nog steeds niet gevonden.
Het comité dat na Najm’s verdwijning is gevormd door zijn vriendin en familie kreeg tot nu toe alleen maar tegenstijdige informatie. Sommigen zagen hem in leven, anderen dood. Het is zoeken naar een naald in een hooiberg, ook voor Kamaran Najm’s familie. Het gaat om de liefde, zei hij. Ook voor de zijnen, in drie jaren van martelende stilte. Daarom blijven we allemaal hopen op een wonder.
(geplaatst bij Villa Media)