AchtergrondOpinie

Waarom een serie over ISIS-daders toch nut heeft

ISIS-daders krijgen tv-series. Er is protest: het moet over slachtoffers gaan. Maar alles is welkom dat ons ertoe brengt te reageren op signalen van radicalisering. Want de geschiedenis staat onder de herhaaltoets.

Door Judit Neurink

In Nederland worden twee vrouwen berecht die in het kalifaat van de terreurgroep ISIS yezidi-vrouwen als slaaf hebben gebruikt, of op een andere manier hebben meegedaan aan de mensenrechtenschendingen van de groep. In Duitsland zijn ze al voor dat soort misdaden berecht.

In Groot-Brittannië verloor de daar geboren en getogen Shamima Begum die zich als schoolmeisje bij ISIS aansloot onlangs de Britse nationaliteit. Ze is nu stateloos en probeert alsnog via het Europese Hof de Britse beslissing aan te vechten.

Shamima kreeg een eigen podcast bij de BBC onder de titel I’m not a monster waarin de makers probeerden te reconstrueren hoe ze bij ISIS terecht was gekomen en wat ze daar had uitgespookt. Waarbij ze over een paar dingen bijzonder vaag bleef, wat vragen opriep. Maar die waren er evenzeer omdat ze zich weinig leek aan te trekken van de misdaden die om haar heen gebeurden.

Tv-serie

Onze Nederlandse Laura H kreeg een boek, een podcast en nu ook nog een tv-serie.  Laura was net als Shamima jong en naïef toen ze zich naar Syrië liet lokken, en ook zij hield zich nogal eens op de vlakte bij het hervertellen van die ervaring.

Ik was met schrijver Thomas Rueb op stap naar de plekken waar ze in Mosul gewoond had, en hoorde de haat van buurtbewoners in wiens huizen ze gewoond had. Die kan haar toch niet ontgaan zijn; hoe kan je het jezelf toestaan om daar te wonen?

Iedere keer als ik langs het speeltuintje in Mosul rijd – waar inmiddels een Libanees restaurant zit – denk ik aan de naïviteit toen ze daar met haar kinderen wachtte op de redding die haar vader vanuit Nederland had geregeld. Hoe kon ze in het kalifaat van rucksichtslose mensen als die van ISIS wonen en daarop vertrouwen?

Dat zij en Shamima tot boeken en programma’s inspireerden begrijp ik wel. Naïef en jong waren ze zowel slachtoffers als daders. Dat is een mooi concept voor een creatief brein. Maar daarmee wekken makers de suggestie dat dit wel voor alle vrouwen zal gelden die gehoor gaven aan de roep van ISIS. Daarmee negeren ze hoeveel schade de groep heeft aangericht. En dat ze daar medeverantwoordelijk voor zijn – gewoon, omdat ze er onderdeel van waren.

Radicalisering

Ik heb naar de podcast over Shamima geluisterd omdat ik altijd meer wil weten over radicalisering en hoe dat werkt. En vanuit die achtergrond las ik Laura H, Het kalifaatmeisje uit Zoetermeer en zal ik naar de tv-serie kijken. Vanuit dezelfde betrokkenheid schreef ik De goede terrorist, waarin ik de donkere kanten van het kalifaat belicht en de gevolgen daarvan voor gewone mensen. En met name voor de yezidi-slachtoffers.

Iedere keer als kalifaatsvrouwen dit soort aandacht krijgen is er een tegenbeweging die daartegen protesteert. Omdat de slachtoffers onevenredig zoveel minder in het spotlicht staan. We hebben er boeken over geschreven (ikzelf: Vrouwen van het kalifaat, De oorlog van ISIS, collega Brenda Stoter: Het vergeten volk), er zijn films over gemaakt. Maar het leed van de yezidi’s is zoveel malen groter dat ze constante aandacht verdienen.

Af en toe horen we nog wel dat er nog 2600 ontvoerde vrouwen en kinderen vastzitten bij ISIS-leden. En dat er nog vele tienduizenden yezidi’s die in bij de inval in 2014 wisten te ontkomen, ontheemd zijn en in kampen wonen. Dat de moordende bendes van ISIS hun families hebben gedecimeerd en hun gemeenschap ontwricht.

Rekruteurs

Je moet erop blijven wijzen wat voor ellende groepen als ISIS aanrichten, om hun rekruteurs de wind uit de zeilen te nemen. En juist nu is dat van groot belang, want zoals ik al schreef is de groep bezig haar belofte (baqiya wa tatamadad, of: blijven en groeien) alsnog waar te maken. Het aantal (tijdig ontdekte) plannen voor ISIS-aanslagen in Europa is schrikwekkend.

We moeten ons in Europa zorgen maken over het feit dat de groep hier met name rekruteert onder jonge tieners en die aanzet tot geweldsdaden. En juist nu dat gebeurt moeten we allemaal extra beducht zijn op signalen van radicalisering in onze omgeving.

Zoals Maaike Bos van Trouw in haar recensie van het begin van de tv-serie schrijft: ‘De thematiek van Syriëgangers lijkt niet meer urgent, maar die van dolende adolescenten op zoek naar houvast wel. Van vaders en dochters. En van de negatieve spiraal van huiselijk geweld.’

We hebben het al eens meegemaakt; Shamima en Laura zijn er een voorbeeld van. Tieners voelen zich tekortgedaan, niet gezien, gefrustreerd, menen dat hun onrecht is aangedaan. Soms zoeken ze alleen naar avontuur, of naar die ridder op het witte paard. Soms voelen ze zich aangetrokken tot de islam, en is dat voor ISIS-rekruteurs al genoeg om hen binnen te praten.

Palestijnen

Soms zijn ze geëmotioneerd over de Palestijnse kwestie – en ISIS gebruikt dat nu, zoals ze tien jaar geleden de burgeroorlog in Syrië voor rekrutering misbruikte. Hoeveel westerse rekruten niet meenden dat ze de Syriërs gingen helpen, toen ze in 2013, 2014 en 2015 naar ISIS in Syrië afreisden! Nu voeren ze aanslagen uit voor de Palestijnse zaak.

Ik hou mijn hart vast met al die pro-Palestijnse demonstraties waarbij veel misinformatie en antisemitisme rondgaat. Waarbij radicalen de kans krijgen mensen te beïnvloeden. ISIS haat de Palestijnse Hamas, maar ze is opportunistisch genoeg om alle kansen aan te grijpen. De basis voor het geweld is gelegd en ISIS hoeft bijna alleen de negatieve spiraal van het wij-zij-denken op te pakken.

Een boek, serie of podcast over daders als Laura kan dienen om ons er weer op te wijzen dat radicalisering bijna ongemerkt om ons heen gebeurt. Dat er wel degelijk signalen zijn die we moeten oppikken om erger te voorkomen. Achteraf gezien waren Laura en Shamima hun ouders, onderwijzers en anderen vast dankbaar geweest als die hen uit de spiraal hadden getrokken.

Om mensen van gedachten te laten veranderen moet je ze echter wakker schudden. Indoctrinatie ben je niet zomaar kwijt. Zelfs als je dat zelf wilt, kan je terugvallen, want het is een verslaving. Laten zien wat groepen als ISIS aangericht hebben, kan helpen bij het deradicaliseringsproces. En juist daarom ook hoop ik dat mijn collega’s, uitgevers en programmamakers evenveel aandacht gaan schenken aan de yezidi-slachtoffers.

Pijnlijk

Hun verhalen zijn pijnlijk, maar ze zijn nodig. Om duidelijk te maken waartoe mensen in staat zijn, als ze onder invloed komen van een radicale groep. En dat is veel meer dan het doodsteken van mensen op straat. Of zelfs het laten ontploffen van bommen tijdens een popconcert.

Dat is het selecteren van een groep of een volk, als zijnde minderwaardig. Het goedpraten van moord, verkrachting, slavernij. Dat gebeurde met de yezidi’s. En het kan opnieuw gebeuren door het groeiend antisemitisme, dat tijdens demonstraties en op sociale media veel te weinig weerwerk krijgt.

De yezidi’s zijn in Irak en Syrië jarenlang gediscrimineerd, werden als minderwaardig en vies geschouwd. Daar werd niet tegen opgetreden. We kennen het resultaat. En ook, dat het al tientallen keren eerder gebeurde.

Ik ben bang dat de geschiedenis zich herhaalt als we ons er niet tegen verzetten. Als we de signalen negeren en ons stilhouden. Aan de mensenmenners van ISIS zal het niet liggen, die hebben zich al opmerkelijk weten te herpakken na de neergang in Syrië in 2019. Hun kalifaat zal terugkeren, beloven ze. Met nieuwe slachtoffers, natuurlijk.

Laten we dat echt gebeuren?

 

Waardeer dit artikel!

Dit artikel las je gratis. Vond je het de moeite waard? Dan kun je jouw waardering laten zien door een kleine bijdrage te doen. Als veel lezers dit doen, kan ik artikelen blijven schrijven over het Midden-Oosten.

Mijn gekozen waardering € -
Judit Neurink
Judit Neurink is journalist en auteur, en schrijft over Irak en het Midden-Oosten