Libanese bankencrisis, bouwgekte in Bagdad en een ayatollah
Milities dwingen burgers in Bagdad hun land te verkopen. Omdat ze corruptiegeld wit te wassen hebben, bouwen ze de Iraakse hoofdstad vol met dure hoogbouw. Kan de hoogste ayatollah in Irak hen stoppen?
Door Judit Neurink
Dit is het verhaal over de connectie tussen de bankencrisis in Libanon, de bouwgekte in Bagdad en de hoogste religieuze autoriteit van de Iraakse sjiieten, groot-ayatollah Ali al-Sistani.
De ayatollah kwam deze week in het nieuws, toen hij een paar landeigenaren uit Bagdad ontving die klaagden dat sjiitische milities hen hun land hadden ontfutseld. Ze bezaten land dat al generaties in de familie was in een wijk die momenteel onder investeerders en bouwers erg geliefd is. Dat hadden ze onder bedreiging met geweld voor een belachelijk lage prijs moeten afstaan.
Dat de zeer bejaarde Sistani, die erom bekendstaat dat hij nauwelijks nog bezoek ontvangt, de twee mannen en twee vrouwen zelf te woord stond is al een signaal. En daar kwam nog bij dat zijn kantoor een foto van de ontmoeting vrijgaf.
Zonder de milities te noemen, veroordeelde de ayatollah de praktijken van invloedrijke entiteiten die buiten de grenzen van de wet opereren die ‘zowel religieuze als juridische regels schenden’. Hij benadrukte dat ‘autoriteiten de eigendommen en rechten van hun burgers moeten beschermen en optreden tegen hen die hen willen benadelen door terreur en intimidatie, met name tegen hen die in een officiële capaciteit opereren’.
Beklaagd
Daarmee steunt hij indirect het werk van een onderzoekscommissie die premier Sudani onlangs heeft gevormd om de klachten te onderzoeken. Tal van burgers hebben zich er op de Iraakse TV en op internet over beklaagd dat ze slachtoffer zijn geworden van dit soort praktijken.
Want er is groot geld te verdienen met de bouw in Bagdad. Overal in de stad verrijzen appartementencomplexen, en meestal zonder een duidelijke planning. De stad van negen miljoen heeft behoefte aan nieuwe woningen – maar niet tegen de prijzen waarvoor deze van de hand gaan. De vierkante-meterprijzen zijn van 1200 dollar soms wel naar 5000 dollar gestegen.
Want de bouwmarkt is de nieuwe bestemming voor het geld van corrupte politici en ambtenaren in Irak. Voorheen ging dat met vliegtuigjes tegelijk het land uit, vooral naar Libanon. Maar er is ook veel geld witgewassen in de huizenbouw in de Koerdistan Regio. Nu komt het in plastic zakken, trommels en koffertjes naar bouwers en makelaars.
In Koerdistan is de bouwmarkt inmiddels grotendeels verzadigd, en door de bankencrisis in Libanon staat ook het Iraakse corruptiegeld daar nu muurvast. De persoonlijke sancties die de Amerikanen tegen een aantal van de meest beruchte zwindelaars hebben afgekondigd en strengere regels voor internationaal bankieren lieten de zwartgeldbezitters geen keus: ze moesten het wel in eigen land witwassen.
Behoefte
Jarenlang is er in Bagdad nauwelijks gebouwd, terwijl er een enorme behoefte is aan betaalbare woningen voor de midden- en lagere klasse. Volgens de Iraakse overheid was er in 2021 behoefte aan 2,5 miljoen nieuwe woningen. De bouwactiviteit bestond er echter vooral uit dat privépersonen hun huis afbraken om er een nieuwe en grotere woning voor in de plaats te bouwen. Er kwamen ook wel een paar nieuwe wijken, waar Irakezen stukjes grond konden kopen om er hun huis op te bouwen.
De bouw van ommuurde compounds met hoge appartementenbouw is echter iets van de laatste tijd. Sinds corrupte politici, ambtenaren en militieleiders hun geld het land niet meer uitkregen. Datzelfde geldt voor de ongebreidelde bouw: wie bouwt er nou toch hoogbouw onder de walm van de Dora elektriciteitscentrale, waar de bewoners nooit een raam open zullen kunnen doen? Of bij de landingsbanen van het internationale vliegveld van Bagdad?
Probleem in de drukke stad is, dat er niet onbeperkt plek is voor hoogbouw. Anders dan in Erbil, waar er langs de drie rondwegen plek voor was in het bestemmingsplan. Dus laten degenen die zwartgeld wit te wassen hebben hun oog vallen op stukjes onbebouwd land die al generaties in handen zijn van Bagdadi’s. Die meestal volgens het bestemmingsplan bestemd zijn voor landbouw. Maar daar weten corrupte politici en ambtenaren wel een mouw aan te passen.
Het probleem is hoe die grond in handen te krijgen, als eigenaren niet willen verkopen. De meeste sjiitische partijen die in de regering zitten en delen in de corruptie, hebben milities. Die zelf weer economische belangen hebben. En zo begint de drang, de dwang en het dreigen.
Belangen
Het gaat om grote belangen. Een paar weken geleden schreef ik hier over de ruzie tussen de kardinaal van de Chaldeeuwse Kerk en de leider van een ‘christelijke’ militie. Die ruzie ging deels over de grond (en huizen) van christenen die voor het geweld (van Al-Qaida en het verzet tegen de Amerikaanse bezetting) in Bagdad zijn gevlucht. Die lapjes grond zijn een gewild doelwit voor het samenvoegen ervan om er hoogbouw op te zetten.
Er zijn al meer winkelcentra met corruptiegeld gebouwd dan er winkelende burgers zijn. De bouwmarkt zal in Bagdad ook verzadigd raken, maar voorlopig zijn er nog gezinnen die hun oude familiehuis met een oppervlakte van 300 m2 verkopen om een nieuwe flat van 100 m2 te kopen. Er zijn nog jonge stellen die allebei werken en een hypotheek kunnen krijgen.
Er zijn natuurlijk ook witwassers die hun geld moeten uitgeven. Zo ging een deel van de ‘roof van de eeuw’ van vorig jaar naar de bouw: 55 woningen of gebouwen met een gezamenlijke waarde van 286 miljoen dollar. Niet meer te traceren, want die staan meestal op naam van familieleden of stromannen van de witwasser.
Maar de grote meerderheid die in Bagdad een woning nodig heeft, kan de hoge prijzen niet betalen. Jonge gezinnen blijven bij hun (schoon)ouders wonen. Zoals een makelaar tegen de Washington Post zei: je kan in de populaire wijken voor een miljoen dollars al bijna niets meer kopen. ‘Voor wie is het land? Niet meer voor gewone mensen, dat is duidelijk.’ Hij vraagt zich af of zijn kleinkinderen nog een eigen huis zullen kunnen veroorloven. ‘Vast niet. Niemand kan dat dan nog.’
Karakter
De bouwboom zou ook wel eens gevolgen kunnen hebben voor de oudere huizen in de stad, die aan de Tigris staan, of in de oude Joodse wijk. Die opknappen is duur en daarom verpauperen ze. Het is makkelijker om ze te verkopen en daarvoor dan een nieuwe flat te kopen.
Daarmee verandert het karakter van wijken. Zoals in Zayouna, een gebied waar alle woningen op stukjes grond van 600 m2 zijn gebouwd. Nu worden die neergehaald en komen er twee of zelfs drie woningen op datzelfde stuk land. En zeker even erg is dat het groen verdwijnt; de palmboomgaarden en akkertjes die de longen van de stad vormden worden langzaamaan volgebouwd.
Het betekent ook dat bepaalde wijken die ooit gemengd waren, nu vrijwel geheel sjiitisch zijn. Het soennitische Mansour, een dure, geliefde wijk bij de witwassers, was soennitisch en nu deels sjiitisch. En het betekent dat bepaalde wijken nu beheerst worden door bepaalde milities, waardoor bijvoorbeeld uitgaansgelegenheden aan de Tigris beschermingsbelasting moeten afdragen aan een pro-Iraanse militie.
Macht
Ik herinner me dat mijn fixer in Bagdad me een paar jaar geleden voorhield dat de milities ook een goede rol te spelen hadden. Als je problemen had die niet via de politie op te lossen waren, dan ging je naar de belangrijkste militie in je wijk. Die loste het dan wel voor je op. Was je een arts en werd je bedreigd omdat je patiënt was overleden; de militie kon je beschermen.
Velen die daar gebruik van maakten, realiseerden zich niet hoeveel macht ze daarmee bij die milities legden. En voorzagen zeker niet waar dat toe zou leiden. Tenzij ze wellicht zelf in het systeem zitten en delen in de corruptiepoet.
Dit artikel las je gratis. Vond je het de moeite waard? Dan kun je jouw waardering laten zien door een kleine bijdrage te doen. Als veel lezers dit doen, kan ik artikelen blijven schrijven over het Midden-Oosten.