Hawija: compenseer ons, of stuur niets
Slachtoffers in de Iraakse stad Hawija willen alleen een eventuele bijdrage uit Nederland als ze die zelf incasseren. Ze vrezen dat als Den Haag geld stuurt om de schade van de bom uit 2015 indirect te compenseren, dat via de corrupte Iraakse overheid zal gaan. “Dan komt de helft niet aan.”
Door Judit Neurink
“Mijn klanten eisen persoonlijke schadevergoedingen,” zegt hulpverlener Abdelwahab Fadail in Kirkuk via Whatsapp. “Ze zijn enorm teleurgesteld want ze hebben nog geen enkele hulp ontvangen. Er zijn NGO’s geweest, en de VN, die de behoeften hebben geïnventariseerd. Maar daarna: niks, stilte.”
Ruim vijf jaar na het Nederlandse bombardement op een ISIS-bommenfabriekje in Hawija waarbij zeker zeventig burgers omkwamen (plus nog zo’n 100 ISIS-leden en hun families) wachten slachtoffers nog steeds op compensatie. Abdelwahabs NGO helpt hen bij het aanvragen daarvan. Veel overlevenden raakten alles kwijt: familieleden, woning, inkomstenbron, gezondheid. Overheidshulp was er niet, en daarom hopen ze op compensatie uit Nederland – de verantwoordelijke voor de bom die een kettingreactie en een inferno ontketende die een deel van de stad in puin legde.
Die hoop – toen ik een aantal van hen een jaar geleden ontmoette, was die er nog volop. Toen Hawija eind 2017 als laatste ISIS-bolwerk werd bevrijd, dachten ze nog dat de Iraakse overheid hen zou helpen hun leven weer op de rails te krijgen. Maar net als in andere soennitische steden die bij de strijd tegen ISIS in puin waren geschoten, liet ook in Hawija de sjiitische overheid het afweten. Heel veel sjiieten menen dat de soennitische burgers onder één hoedje met ISIS hadden gespeeld. Ze weigeren hen als slachtoffers van een wreed onderdrukkingsregime te erkennen.
Schande
Daarom richt de blik zich op het buitenland. Zo hebben de Fransen in de buidel getast voor de wederopbouw van een onderwijsinstituut in Hawija. “Van de veertien miljoen dollars is de helft in de zakken van de regering verdwenen,” briest Abdelwahab. “Dat is grote schande. Daarom heb ik zelf liever geen compensatie als het niet direct naar de mensen en de herbouw van gebouwen gaat. De corruptie van de Iraakse overheid is berucht.”
Dat er recent een Nederlandse commissie onder leiding van oud-minister Winnie Sorgdrager is gevormd om de toedracht van het Hawija bombardement te onderzoeken, leidt in die plaats vooral tot nog meer teleurstelling. Het betekent dus nog meer uitstel. Want dat de slachtoffers in hun recht staan, dat staat daar buiten kijf.
In Hawija heeft men natuurlijk ook waargenomen dat de Nederlandse minister van Defensie Bijleveld al wel een miljoen euro betaalde aan de overlevende van een Nederlandse ‘vergisbom’ in Mosul. Die legde drie maanden na de bom op Hawija in de noordelijke stad twee huizen plat en doodde vier burgers. Op basis van verkeerde informatie meende de coalitie dat er een hoofdkwartier van ISIS zat. Bijleveld benadrukt dat het een vrijwillige bijdrage betreft, vanwege de fouten die zijn gemaakt. Dat zou voor Hawija niet gelden.
Vergissing
Daar zijn ze het in Hawija niet mee eens. Voor hen is er net zo goed sprake van een vergissing bij de bom op het bommenfabriekje. Het effect daarvan was zo desastreus omdat de radicale terreurgroep ook twee tankauto’s vol explosieven voor de deur had staan, en er grondstoffen voor kunstmest in een nabije opslagplaats lagen. Na de explosie in de haven van Beirut van augustus weet iedereen wat het effect van die stoffen kan zijn. Als Nederland niets wist van die tankauto’s, noch van de opslagplaats, dan was haar informatie die tweede juni van 2015 even fout als die van drie maanden later in Mosul.
Advocaat Liesbeth Zegveld, die de vergoeding voor de overlevende in Mosul binnenhaalde, vertegenwoordigt ook een aantal slachtoffers in Hawija. De zaken lopen nog. Minister Bijleveld meent echter dat het doel van de luchtaanval daar legitiem was ‘in termen van het humanitair oorlogsrecht’. Nederland acht zich daarom wel verantwoordelijk, maar niet aansprakelijk voor de gevolgen van de aanval. En daarmee niet verplicht om de schade te vergoeden. “Wat ik in dit geval wel graag wil doen is het ondersteunen van de getroffen gemeenschap,” zei ze tegen de Volkskrant.
En dat ondervindt in Hawija echter verrassend veel weerstand. Komt er geen individuele hulp, dan zal een deel van het geld blijven steken in de Iraakse corruptie, voorspelt men. Dan verdwijnt het in sjiitische zakken, is de impliciete boodschap. Een overheid die hen neerzet als terroristen, hen liet barsten en voortdurend besteelt, die mag geen toegang krijgen tot het ondersteuningsgeld van Bijleveld. Dan hebben ze nog liever niets.
Daarom stelt Abdelwahab voor dat internationale NGO’s worden ingeschakeld om wat voor de slachtoffers te doen. “Misschien dan niet rechtstreeks, maar wel zo dat het op de juiste plek terecht komt. Dat compenseert in ieder geval iets van de schade.”
Dit artikel las je gratis. Vond je het de moeite waard? Dan kun je jouw waardering laten zien door een kleine bijdrage te doen. Als veel lezers dit doen, kan ik artikelen blijven schrijven over het Midden-Oosten.