De uitgebrande auto na de drone-aanval FOTO X/TWITTER
Opinie

Een camera maakt van een journalist nog geen strijder

Twee vrouwelijke journalisten zijn in Iraaks-Koerdistan omgekomen toen hun auto met een Turkse drone werd aangevallen. Maar journalisten zijn geen strijders, ook niet als ze voor de PKK werken.

Door Judit Neurink

‘Martelaren sterven niet!’ riepen de demonstranten die zich verzameld hadden in een park in de Iraaks-Koerdische stad Sulaymaniya. Ze wilden hun woede tonen over de Turkse drone-aanval op een auto met Koerdische journalisten, waarbij twee vrouwen omkwamen en een mannelijke collega gewond raakte.

Gulistan Tara (40) en Hero Bahadin (27) waren onderdeel van een camerateam op weg naar een opdracht. Ze werkten voor een mediabedrijf dat levert aan twee tv-kanalen van de Turks-Koerdische verzetsgroep PKK. In een tweede auto raakten nog enkele collega’s gewond.

Met hun dood kwam het aantal dodelijke slachtoffers onder journalisten in Irak in twee maanden op drie te liggen. In juli kwam in de Iraakse yezidi-provincie Sinjar de journalist Murad Mirza Ibrahim om bij een soortgelijke drone-aanval.

Hoewel zowel vanuit Bagdad als van de zijde van de veiligheidsdienst in Erbil is verklaard dat Turkije achter de aanval zit, heeft het Turkse ministerie van Defensie ontkend dat het Turkse leger die zou hebben uitgevoerd.

Doelwit

Terwijl journalisten hun ongeloof uitspraken over de dood van hun collega’s kwam er ook een discussie op gang of journalisten een doelwit mogen zijn in een oorlog zoals Turkije die voert tegen de PKK.

De Koerdische vice-premier Qubad Talabani nam er stelling tegen: ‘Het waren twee vrouwelijke journalisten, geen leden van een leger die een bedreiging vormden voor de veiligheid en stabiliteit van een land of een regio,’ aldus Talabani.

Hij veroordeelde de aanval ‘ten sterkste’ als een ‘onrechtmatige misdaad’ en ‘openlijke schending’ van de Iraakse soevereiniteit. Bagdad en de internationale gemeenschap moeten optreden tegen aanvallen op de veiligheid van burgers in de Koerdistan Regio, zei hij.

Kamal Hamaraza, het hoofd van Chatr Multimedia Production Company, waarvoor de journalisten werkten, vertelde aan het Committee to Protect Journalists (CPJ) dat zijn bedrijf voortdurend wordt bedreigd door de Turken omdat zijn mensen berichten over hun operaties in de Koerdistan Regio.

Opgevoerd

De Turken hebben de afgelopen maanden hun acties tegen de PKK in Iraaks-Koerdistan opgevoerd, waarbij herhaaldelijk ook burgers zijn omgekomen en vele hectare boerenland en berggebied verbrand.

Hamaraza wees erop dat het ging om journalisten ‘zonder een directe of indirecte connectie met politieke of militaire activiteiten’.

Ook Reporters Sans Frontieres (RSF) veroordeelde de aanval en riep de Koerdische autoriteiten op ‘duidelijkheid te scheppen over de misdaad die op hun grondgebied plaatsvond. Koerdische journalisten moeten veilig zijn en Hero Bahadin en Gulistan Tara verdienen gerechtigdheid.’

Collega’s die zelf regelmatig in de regio werken maakten duidelijk dat er geen excuus kan zijn om journalisten te doden, ongeacht voor wie ze werken. Het is echter een discussie die zich niet beperkt tot Turkije en de PKK.

Gaza

Ze speelt in feite bij alle gewapende conflicten. Meest recent in Gaza, waar journalisten die voor diverse media werkten doelwit werden van Israëlische aanvallen. De situatie is daar echter diffuus, omdat een aantal van de Palestijnse collega’s wel degelijk betrokken was bij Hamas-activiteiten; een van hen bleek een Israëlische gijzelaar in zijn huis te verbergen. Dan wordt de scheidslijn tussen de verslaggever en de strijder wel erg onduidelijk.

De ethiek die journalisten verplicht zich zo neutraal mogelijk op te stellen en zich zeker ver te houden van activisme is eveneens aan discussie onderhevig. In het Midden-Oosten is die grens minder duidelijk; veel journalisten zien zichzelf eerder als propagandisten dan als onafhankelijke waarnemers. Veel werkgevers verwachten dat ook, aangezien hun media ‘his master’s voice’ zijn.

De discussie is het luidst gevoerd toen de NAVO in 1999 in Belgrado het gebouw van de Radio Television of Serbia (RTS) bombardeerde waarbij zestien journalisten omkwamen. Het argument van de NAVO dat de RTS een belangrijk propaganda-apparaat was in de oorlog tegen Kosovo, ontketende een felle discussie. Want was het daardoor opeens oké om journalisten tot doelwit te verklaren?

Ankara zal vermoedelijk hetzelfde argument gebruiken om de aanval op de twee vrouwen te rechtvaardigen; dat ze onderdeel waren van de propagandamachine van de PKK.

Strijders

Maakt dat hen dat dan strijders? En verantwoordelijk voor militaire operaties?

Hoe lastig sommige militairen en politici het ook vinden, het antwoord blijft nee. Journalisten zijn burgers. Waarnemers die het andere burgers mogelijk maken zaken van meerdere zijden te bekijken. En dat is belangrijk, in elke situatie, in elk conflict. Pas als ze met wapens rondlopen en een militair gevaar vormen, verandert de situatie. Maar een camera is geen militair wapen.

Gulestan en Hero deden bovendien iets dat hard nodig is in de Koerdistan Regio. Ze lieten zien wat voor doelen Turkije daar aanvalt, als zijnde PKK-doelen. Wat vaak niet eens het geval is. Heeft het in brand steken van boerenland bijvoorbeeld iets te maken met het verjagen van de PKK?

Landsgrens

En dan is er nog de onderliggende vraag: wat doet Turkije eigenlijk over zijn landsgrens, op grond die niet tot haar nationale territorium behoort? Waar ze probeert burgers tegen elkaar op te zetten, terwijl toch zeker de helft van de Koerden in Iraaks-Koerdistan zich verbonden voelt met de strijd van de PKK? Want zelf hebben ze zich ook jarenlang op soortgelijke manier verzet tegen de verschillende Iraakse machthebbers – tot ze eindelijk na 2003 hun recht op autonomie vervuld zagen worden.

We kennen de Turkse argumenten, dat al die PKK’ers terroristen zijn. En ze hebben Bagdad zelfs zodanig de arm weten te draaien dat die de groep als zodanig heeft bestempeld. Maar goed, dat deed Saddam Hoessein ook met zijn eigen Koerden, als hij ze even niet nodig had in het grotere geopolitieke geheel. Het is een stempel, dat gebruikt wordt zoals het machthebbers uitkomt.

Zijn journalisten dan terroristen omdat ze rapporteren over Turkse militaire operaties – die velen in Iraaks-Koerdistan inmiddels als terrorisme bestempelen? Is dat echt een vraag?

Vogelvrij

Laat journalisten hun werk doen – zelfs als je het er niet mee eens bent. Of misschien wel: vooral als je het niet met hen eens bent. We hebben al die journalisten nodig om deze toenemend ondoorzichtige wereld te proberen een beeld te krijgen van wat er gebeurt.

Als je dit soort aanvallen toelaat, worden journalisten vogelvrij in de hele regio. Dan kunnen ze zich niet meer veilig verplaatsen. Dan kunnen ze hun werk niet meer goed doen. Dan moeten ze altijd maar over hun schouder kijken of ze geen gevaar lopen. Dan zullen velen van hen niet meer in Irak willen werken, of door hun bezorgde werkgevers gedwongen worden weg te blijven.

Dat is deels wat Turkije probeert te bereiken. En als je dat toelaat, zullen Iraakse sjiitische milities dat voorbeeld al snel volgen. En wat in Iraaks Koerdistan mag, kan dan zomaar elders ook. Stop die bloedvlek, die schandvlek, die aantasting van mensenrechten en democratie. Laat journalisten met rust.

 

Waardeer dit artikel!

Dit artikel las je gratis. Vond je het de moeite waard? Dan kun je jouw waardering laten zien door een kleine bijdrage te doen. Als veel lezers dit doen, kan ik artikelen blijven schrijven over het Midden-Oosten.

Mijn gekozen waardering € -
Judit Neurink
Judit Neurink is journalist en auteur, en schrijft over Irak en het Midden-Oosten