Irakezen zien alcoholverbod als aanslag op hun vrijheden
Alcohol is in Irak in de ban gedaan. Tot woede van velen legt de sjiitische regering haar wil niet alleen op aan minderheden die van hun geloof wel mogen drinken, maar ook aan niet zo strenge moslims die dat ook graag doen.
Door Judit Neurink
Het Iraakse parlement heeft een talent om omstreden beslissingen te nemen die niets te maken hebben met de werkelijke problemen van het land. Dat zijn de corruptie, werkloosheid, gebrek aan overheidsdiensten, watergebrek en klimaatsverandering. Zo nam het parlement vorig jaar al eens een wet aan om alle contact met Israël te verbieden. En is er ook een die ‘decadente inhoud’ van sociale-mediaberichten strafbaar stelt.
Van een eerder parlement bleef een beslissing zeven jaar op de plank liggen – vermoedelijk omdat iedere volgende regering ermee in de maag zat. Totdat ze onder druk van sjiitische facties in het parlement onlangs alsnog in de Iraakse Staatscourant werd gepubliceerd, waarmee de raderen opeens in gang werden gezet. Artikel 14 van deze wet over gemeentelijke inkomsten verbiedt gemeenten om alcohol te importeren, produceren en verkopen.
De Iraakse douane heeft inmiddels aangekondigd dat ze de invoer van alle alcohol verbiedt. Er staan flinke boetes op schending van de wet: tussen 7700 en 19.000 dollar. De Koerdistan Regio zal zich daar echter niets van aantrekken, zo is uit onofficiële reacties op te maken. Die heeft dan ook haar eigen grensposten met Turkije.
Accijns
Het is een rare zet van de regering-Sultani. Want de wet is in strijd met een jongere, die de accijns op alcohol vaststelt op 200 procent. En geheel in tegenstelling met de praktijk in Irak, waar tal van drankwinkels hun waren openlijk aanbieden aan klanten van zeer diverse achtergrond. Toen ik er een paar jaar geleden een reportage over maakte in Bagdad, verzekerden de eigenaars me dat ze tal van politici, politiemensen en veiligheidstroepen onder hun klanten hadden. En dat die van alle verschillende geloven waren: moslims, christenen en yezidi’s.
Toen ik in 2003 voor het eerst in Irak kwam, was er alleen in Koerdistan alcohol te verkrijgen. De clubs (voor beroepsgroepen: artiesten, ingenieurs, enzovoorts) en sommige van de restaurants boden bier, whisky, wodka en ouzo of raki aan, en het aantal drankzaken nam langzaam toe. Na nog wat jaren verscheen daar zelfs drinkbare wijn. Koerdistan was dan ook al jarenlang de bron van de drank die in Bagdad en Basra stiekem werd genuttigd, en er is een levendige smokkel met Iran.
Tegelijkertijd openden in Koerdistan de eerste nachtclubs hun deuren. Daar begon de echte strijd tussen overheid en eigenaren. Niet vanwege de drank, maar vanwege de prostitutie die er ook werd geboden. Inmiddels is er bijna geen hotel in Koerdistan meer dat dit fenomeen weert, gezien het aantal goed betalende Arabische klanten dat erop afkomt.
Disco’s
De alcoholban komt op een moment dat er in Bagdad disco’s ontstaan, met rappers en DJ’s. Belangrijk voor jongeren (inmiddels is ongeveer de helft van de bevolking onder de 21 jaar) die moderniteit zoeken en vaak meer openstaan voor andere culturen dan de oudere Irakezen.
Dat gezegd hebbende schiet de Iraakse regering zich op meerdere manieren in de voet door de wet nu te publiceren. Het is niet voor niets dat zelfs Saddam het nooit heeft aangedurfd alcohol te verbieden; zelfs tijdens zijn religieuze campagne na 1991 gingen alleen de nachtclubs en bars dicht, maar niet de drankwinkels.
In de tussenliggende jaren zijn religieus extremisten de strijd met drankwinkels aangegaan; ze bleken een geliefd doelwit van aanslagen. Ook regeringen kondigden tijdelijke sluitingen aan, die echter altijd weer ongemerkt van tafel verdwenen. En niet alleen omdat Irak zelf alcohol produceerde (bier en arak) of omdat een ban op alcoholverkoop een aanslag betekent op de staatskas vanwege de gederfde belastinginkomsten (200 procent accijns!). Iedere bestuurder moet ervan doordrongen zijn geweest dat zijn verbod alleen maar tot smokkel en zwarte handel zou leiden.
Irak is niet zomaar droog te leggen. “Moslims drinken ook,” zei een soennitische moslim uit Bagdad tegen de Guardian. “Velen van ons meer nog dan onze christelijke vrienden.” Wat ik kan bevestigen; de restaurants in Koerdistan waar ik mijn ouzo en later mijn wijntje dronk, waren vooral bevolkt door moslimmannen. En voor heel Irak trekt de alcohol toeristen aan uit andere Arabische landen en Iran; hoe groot de inkomstenderving zal zijn omdat ze nu andere bestemmingen kiezen, moet nog berekend worden.
Hypocriet
Een verbod is bovendien nogal hypocriet als je weet dat leden van dezelfde politieke groepen die ervoor zijn, zelf regelmatig alcohol drinken. En dat veel van de eigenaren van de drankwinkels protectiegeld betalen aan dezelfde milities waarvan de leiders die alcohol willen verbieden.
Het belangrijkste is wel dat Irak bepaald niet alleen uit strenge sjiieten bestaat die zich spiegelen aan de mollahs in Iran. Zelfs binnen de sjiitische partijen in de coalitie die de macht in handen heeft zitten gematigde moslims die graag een whisky’tje drinken. Dat geldt evenzeer voor de soennieten in Irak, van wie velen zich afkeren van radicale groepen en alcohol gedogen of zelf nuttigen.
De wet ontkent bovendien het bestaan van minderheidsgroepen in Irak, die vanuit hun geloof geen enkel probleem hebben met alcohol: christenen en yezidi’s. Veel van de eigenaren van drankwinkels behoren tot die laatste groep. Een verbod leidt bijvoorbeeld in Bagdad tot werkloosheid voor 500 yezidi’s die direct met die verkoop te maken hebben, plus al die anderen die zijn betrokken bij import, opslag en transport. In totaal zou het wel om 200.000 banen gaan.
Yezidi’s protesteren ertegen, maar hebben geen eigen vertegenwoordigers in het parlement. Vijf christelijke politici hebben wel al een klacht ingediend tegen de wet. Volgens de Babylon Beweging (vijf zetels) is die tegen de grondwet omdat de wet de rechten van minderheden negeert en vrijheden beperkt.
Grondwet
Het wetsvoorstel kwam in 2016 van een rechter en parlementslid van de State of Law-coalitie van Nouri al-Maliki – die nu aan de macht is. Hij vond dat een alcoholverbod nodig was vanwege artikel 5 van de Iraakse grondwet uit 2005, dat alle wetten en regelingen verbiedt die tegen de islam zijn.
Het is een bekend probleem met de Iraakse grondwet, die open is voor te veel interpretaties – juist om in de tijd alle verschillende Iraakse groepen en denominaties binnen boord te krijgen. Maar in dit geval is het probleem dat een groep aan Iran gelieerde sjiieten een heel land haar versie van de islam wil opleggen. Veel Irakezen weigeren een vazal van Iran te worden en voelen er evenmin iets voor om in religieus opzicht het voorbeeld van het buurland te volgen.
Bovendien lijkt de alcoholban onderdeel te zijn van een heel pakket aan maatregelen die de vrijheden van burgers beperken. Zoals het oppakken van jongeren vanwege ‘decadente inhoud’ van hun sociale-mediaposts. Maar ook het harde optreden tegen jongeren die blijven demonstreren tegen de corruptie en het gebrek aan werk is er onderdeel van.
Het zou logischer zijn om harder op te treden tegen de drugs, die vooral uit Iran komen en een steeds groter probleem worden in Irak. “Ze vragen ons om andere manieren te vinden waarop we ons vermaken,” klaagde een 25-jarige tegen de Guardian. “Ze brengen de laatste van onze vrijheden om zeep.”
Dit artikel las je gratis. Vond je het de moeite waard? Dan kun je jouw waardering laten zien door een kleine bijdrage te doen. Als veel lezers dit doen, kan ik artikelen blijven schrijven over het Midden-Oosten.