Alle oranje vlekken duiden op affakkelen. FOTO BELLINGCAT
Achtergrond

Leukemie is hier net zo gewoon als griep

Irak vergiftigt zijn burgers door het gas dat vrijkomt bij de olieproductie niet op te vangen maar te verbranden. Door dit affakkelen sterven veel jongeren aan leukemie. In Irak gaat de winst voor de mensenrechten.

Door Judit Neurink

De overheersende oranje gloed van de pijpen die het gas van de oliewinning affakkelen is een volkomen normaal verschijnsel in Irak. De doordringende oliestank die erbij hoort ook, net als het roet dat neerslaat op de omgeving. Mijn eerste kennismaking ermee was in 2003, toen ik van Bagdad via Kirkuk naar Koerdistan reed. Ik verbaasde me over die brandende fakkels die de noordelijke oliestad beheersten en de lucht ’s avonds totaal oranje kleurden.

Sindsdien zijn het er alleen maar meer geworden. Een groot deel van Irak staat vol met dit soort rokende smeerpijpen, want de afgelopen jaren zijn steeds meer olievelden ontgonnen en in productie genomen. Vooral in Koerdistan, maar ook in de rest van het land. Zelfs de eeuwenoude tempel van Lalesh, het heiligdom van de yezidi-minderheid in Irak, ligt sinds enige jaren onder de rook van de oliewinning.

Het gas dat bij die productie vrijkomt, wordt voor het gemak afgefakkeld. Voor het gemak, want dat gas is giftig en alleen na behandeling bruikbaar (bijvoorbeeld om stroom op te wekken). Dus gaat er in Irak al jaren dagelijks tonnen aan giftig gas de lucht in. Irak is het op een na grootste land voor affakkelen, of flaring, in de wereld, na Rusland.

Geldverkwistend

Het is niet alleen een geldverkwistende activiteit, want er is berekend dat toepassing van het gas Irak van z’n stroomproblemen zou afhelpen. En zou verlossen van de afhankelijkheid van Iran voor de huidige import van gas voor de elektriciteitsproductie. Maar het is vooral ook een activiteit die grote schade toebrengt aan het milieu, en aan de gezondheid van burgers.

Irak is mede daardoor een van landen die het meest wordt beïnvloed door klimaatverandering. Dat de temperatuur in Basra in de zomer inmiddels langere tijd boven de vijftig graden uitkomt, komt voor een deel door de praktijk van het affakkelen. Ik was onlangs in het zuiden van het land, en bezocht Iraakse boeren die hun land vanwege de hitte en verdroging hebben moeten verlaten. Er is alle reden om aan te nemen dat er binnenkort een nieuwe stroom klimaatmigranten op gang komt. Die uit de dorpen en steden die onder de rook liggen van de ziekmakende olie-industrie.

BBC Arabic deed onlangs uitgebreid onderzoek in een paar van dat soort dorpen, die op hooguit enkele kilometers van de affakkelingstorens liggen. Veel dichterbij dan de 10 kilometer die er volgens de Iraakse wet voor in acht moet worden genomen. ‘Leukemie is hier net zo gewoon geworden als griep,’ zegt de vader van een overleden tiener wiens voordeur opent naar de rokende pijpen in de niet zo verte.

Benzeen

In die rook die over het zuiden van Irak wordt uitgebraakt, zitten schadelijke chemicaliën, waarbij met name benzeen kankerverwekkend is. Een uitgelekt rapport van het Iraakse ministerie van Gezondheid legt de schuld voor de toename van 20 procent van de kanker in Basra tussen 2015 en 2018 bij de luchtvervuiling. Een van de dorpen wordt lokaal ‘de begraafplaats’ genoemd, vanwege de vele jongeren die daar aan leukemie zijn gestorven. Het ligt vlak bij het olieveld van Rumaila, dat meer gas affakkelt dan welke andere oliesite in de wereld ook.

De VN noemt deze zones in Irak ‘moderne offerzones’, waar winst boven mensenrechten gaat. Het opzetten van systeem waarbij het vrijkomende gas wordt behandeld en gebruikt voor de stroomproductie kost vele miljarden. Hoewel Irak met de mond belijdt dat het in de komende jaren van het affakkelen af wil zijn, is de werkelijkheid een andere. Die datum is al geschoven van 2024 naar 2030. Er zijn met General Electric Company en Siemens contracten getekend om de installaties te bouwen. Maar daarmee is nog nauwelijks een begin gemaakt.

Irak heeft met Total een mega-contract getekend waarvan ook de bouw van een verwerkingsfaciliteit voor het gas van drie zuidelijke olievelden onderdeel uitmaakt. Die zou in 2026 in gebruik moeten worden genomen. Teams van Total zijn ter plekke alleen nog maar met onderzoek bezig, en nog onlangs besloot Bagdad het contract open te breken. Dat leverde ook weer maanden vertraging op. Een soortgelijk project in de Maysan provindie dat Chinese bedrijven uitvoeren is nog maar half klaar.

Afschuiven

Dat komt deels door de corruptie, waarbij zoveel geld wordt afgeroomd zodat er onvoldoende overblijft voor de benodigde maatregelen. Deels ook door het afschuiven van verantwoordelijkheden. Zo vindt BP, de belangrijkste contractor in Rumaila, dat ze niet verantwoordelijk is voor het afschaffen van het affakkelen, want ze is niet de producent. De overheid is de eigenaar van het veld, maar de Iraakse minister van Olie zegt tegen de BBC dat BP ervoor moet zorgen.

Burgers die bij de oliebedrijven verhaal proberen te halen, worden daarom genegeerd. BP reageert niet eens op verzoeken om schadevergoeding. ‘We waren hier al lang voor de olie!’ zeggen betrokken dorpelingen verontwaardigd. Een oplossing zou zijn om hen te verplaatsen naar gebieden die verder van de olie-installaties afliggen. Maar veel gedupeerden willen dat niet. ‘Dit is onze grond, al generaties lang,’ klinkt het.

Ontkenning

Een ander probleem is er een dat we al langer kennen van Bagdad. Dat van de ontkenning. Tegenover de BBC zegt diezelfde olie-minister dat het hoge benzeengehalte in de lucht komt door de zeven miljoen auto’s die (zonder filter) in het land rondrijden. En hij heeft het over een rapport uit 2017 dat zou stellen dat de olieproductie niets te maken heeft met de gezondheidsproblemen. Het is niet verwonderlijk dat het ministerie van Gezondheid niets van het bestaan van zo’n rapport afwist.

Ik herken die ontkenning uit de tijd na de Amerikaanse invasie, toen artsen in Basra de noodklok luidden over de toename van het andere kankergevallen, met name onder kinderen. Dat leek toen vooral een relatie te hebben met het wapentuig dat de Amerikanen hadden gebruikt, en met name de munitie die verhard was met verarmd uranium (du). Artsen die zich ermee bezighielden en over cijfers beschikten, mochten op een gegeven moment niet meer met journalisten praten. De zaak ging in de doofpot.

Pas onlangs kwam er aandacht voor de gevolgen voor de lokale bevolking van de gewoonte van het Amerikaanse leger om hun afval (met daarin zelfs koelkasten) in de open lucht te verbranden. Onder veteranen die toen in Irak dienden leidde later dat tot ernstige lichamelijke klachten. In de Iraakse dorpen die onder de wind van die vuilverbranding bij de toenmalige Amerikaanse bases liggen, bleken velen dezelfde klachten te hebben. Buitenlandse journalisten deden onderzoek. Van overheidswege werd in Irak zelf dat verband nooit officieel gelegd.

Roken

En wie heeft het in Irak over de gevaren van roken, in een land waar jaarlijks bijna anderhalf miljoen dollars wordt uitgegeven aan sigaretten en waar mannen urenlang samen waterpijpen roken. Waar je binnen officieel niet mag roken, maar dat verbod slecht wordt nageleefd. Volgens cijfers van de Wereldgezondheidsorganisatie WHO sterft iedere twintig minuten iemand in Irak aan een ziekte die verband houdt met roken.

Bovenop al die gezondheidsproblemen – en dan hebben we het nog niet eens over de armoede onder een kwart van de bevolking – komen de gevolgen van het affakkelen van het gas. In een land dat vanwege de olie-inkomsten rijk is, maar dat van binnenuit wordt verarmd door de corruptie van haar ambtenaren en bestuurders. Waar winst boven mensenrechten gaan.

 

Waardeer dit artikel!

Dit artikel las je gratis. Vond je het de moeite waard? Dan kun je jouw waardering laten zien door een kleine bijdrage te doen. Als veel lezers dit doen, kan ik artikelen blijven schrijven over het Midden-Oosten.

Mijn gekozen waardering € -
Judit Neurink
Judit Neurink is journalist en auteur, en schrijft over Irak en het Midden-Oosten