Joden keren terug naar Syrië
Joden in Damascus. Die ongestoord rondlopen, in de synagoge bidden, hun verwoeste Joodse wijk bezoeken. Voor het eerst in dertig jaar. Een klein wondertje in het Syrië van na Assad.
Door Judit Neurink
Het is opvallend nieuws in barre tijden. Weken nadat er in Damascus een bewind aan de macht kwam dat wordt geleid door mensen die als radicale moslims tegen het Assad-regime hebben gevochten, keren Syrische Joden terug naar huis.
Dertig jaar na hun vertrek bracht rabbijn Yosef Hamra samen met zijn zoon Henry een bezoek aan de synagoge in het centrum van Damascus, en kondigde aan dat hij een gebed zou willen houden als daar tien Joodse deelnemers voor kunnen worden gevonden. Hamra’s vader, rabbijn Avraham Hamra, was de laatste opperrabbijn in Syrië, van 1972 tot hij in 1992 naar New York vertrok.
De kleine delegatie van Syrische Joden kwam op bezoek uit de Verenigde Staten, waar ze sinds de jaren negentig wonen. Hun bezoek was afgestemd met de nieuwe regering die zegt de diversiteit van Syrië te willen ondersteunen. Alle Syrische gemeenschappen zullen een rol spelen in de toekomst van hun land, zo is de belofte.
Joden hebben eeuwenlang in Syrië gewoond. Ze woonden er al toen vanwege de Spaanse en Portugese Inquisities in de middeleeuwen vele duizenden Sefardische Joden uit die landen zich er vestigden. Maar de meeste van hun nazaten vertrokken toen na de oprichting van de staat Israël in 1948 de stemming zich tegen hen keerde. De laatste groep, onder wie opperrabbijn Hamra en zijn familie, vertrok toen het Assad-regime hen dat na jaren van een uitreisverbod toestond.
Niet welkom
Dat verhaal is min of meer hetzelfde voor Joden overal in het Midden-Oosten; na de vestiging van Israël zijn mensen die er al generaties woorden, niet meer welkom. De jaartallen en de maatregelen kunnen verschillen, maar op enkele uitzonderingen na (Marokko, Emiraten en Bahrein) wonen er bijna geen Joden meer.
In Syrië zouden het er nog vier zijn, van Irak ken ik het cijfer vijf. Daarnaast zijn er natuurlijk de Joden die zich bekeerden tot de islam of het christendom – dat laatste gebeurde vooral in Syrië, waar bijvoorbeeld in Aleppo veel christenen Joodse voorouders hebben.
Wat er nu gebeurt in Syrië is niet alleen opvallend omdat er een regime is dat vanwege de radicaalislamitische achtergrond her en der met wantrouwen wordt bekeken. Maar vooral ook als je het vergelijkt met wat er in Irak is gebeurd na de val van Saddams regime in 2003.
Beide landen hadden Baath-regimes die antisemitisch waren en tegen de staat Israël. In beide landen zijn Joden vervolgd en Joodse eigendommen na vertrek van hun eigenaren geconfisqueerd.
Erfgoed
Het grote verschil is dat er in Irak bijna geen Joods erfgoed meer te vinden is. Synagogen zijn geplunderd en verwaarloosd of in het beste geval in gebruik genomen als moskee. Op een enkele na zijn Joodse begraafplaatsen verdwenen.Het Joodse verleden is min of meer bewust uitgewist.
Er komt een kleine kentering: een deel van de geconfisqueerde Joodse documenten is na 2003 in kartonnen dozen teruggevonden. Wat er nog staat aan oude Joodse huizen wordt na jarenlange verwaarlozing eindelijk mondjesmaat gerestaureerd.
En de synagoge van Nahum, die het noord-Iraakse stadje Al-Qosh staat, is na jaren van verwaarlozing onlangs met Amerikaans geld in de oude staat hersteld. Die in Iraks tweede stad Mosul overleefde de oorlog tegen ISIS. Er wordt nu voor gepleit ook die te restaureren. Terwijl er met uitzondering van de mensen die zich bekeerden tot de islam vrijwel geen Joden meer wonen in Irak.
In Damascus staat de Al-Franj synagoge in het oude centrum niet alleen nog overeind, ze is niet leeggeroofd. En is er niet heel slecht aan toe als je weet hoelang er al geen Joodse gemeenschap meer is om ervoor te zorgen. Rabbijn Hamra trof de Thorarol nog in zijn doos aan, en onbeschadigd.
Wat ooit de belangrijkste synagoge in Syrië was, die in Dasmasceense buitenwijk Jobar ligt in puin door de burgeroorlog van de afgelopen jaren. En dat geldt ook voor de Joodse wijk er omheen.
Reacties
Het grote verschil ligt vooral in de manier waarop er op het Joodse bezoek wordt gereageerd. Rabbijn al-Hamra en zijn gezelschap worden voortdurend verwelkomd. Geïnterviewde Syriërs zeggen dat ze het recht moeten hebben terug te komen om daarmee de oude diversiteit van het land te herstellen. Op het Syrische ministerie van Buitenlandse Zaken kreeg de delegatie de belofte dat het Joodse erfgoed beschermd zal worden.
De opperrabbijn van de Syrisch-Joodse gemeenschap in Israël had de nieuwe Syrische leider in januari een felicitatiebrief gestuurd, waarin hij hem vroeg dat erfgoed te beschermen. ‘Duizenden jaren is de Joodse gemeenschap in Syrië, hoewel een kleine minderheid, een integraal onderdeel geweest van het rijke en diverse weefsel van de Syrische gemeenschap,’ schreef de opperrabbijn aan Ahmed al-Sharaa.
Na 2003 leidden in Irak geruchten dat er in Bagdad Joodse bezoekers zouden zijn tot uiterst negatieve reacties. Die zouden alleen maar kwaad in de zin hebben. Huizen en ander onroerend goed willen opkopen bijvoorbeeld. Ze zouden wel van de Mossad zijn.
Ja, die inbeslaggenomen huizen en gebouwen waren veel waard. In Syrië wordt dat geschat op meer dan tien miljard dollar. Als iedereen terugkomt en zijn eigendom opeist, levert dat grote problemen op.
Wet
In Irak zijn die negatieve gevoelens onder druk van de nauwe betrekkingen met Israëlfoob buurland Iran zozeer versterkt, dat er vorig jaar een wet is aangenomen die alle contacten met Israël (en Israëliërs) verbiedt. Het is vooral symboolwetgeving, want niemand is tot nu toe opgepakt. Maar het werkt wel afschrikwekkend.
Zo hebben de Koerden hun goede banden met Israël zwaar moeten betreuren. Toen ze bij hun onafhankelijkheidsreferendum (bijna alleen) steun kregen van Israël, leidde dat in oktober 2017 tot zware sancties uit Bagdad. Daardoor werd de Koerdische autonomie binnen Irak teruggeschroefd, met als onderdeel ervan het maandenlang sluiten van hun vliegvelden voor internationale vluchten.
Inmiddels wordt Joodse bezoekers (in ieder degenen van wie die achtergrond bekend is) ook op de Koerdische luchthavens de toegang ontzegd. En willen buitenlandse organisaties zich niet meer branden aan het precaire onderwerp van het restaureren van de synagoge van Mosul.
Wat een verschil met de beelden van rabbijn Hamra in de oude synagoge in Damascus, en rondlopend tussen het puin van de verwoeste Joodse wijk! Hij praat met journalisten, laat zich filmen – in Bagdad zou dat vanwege de actieve pro-Iraanse milities levensgevaarlijk zijn. Net als na de Amerikaanse invasie, maar dan vanwege de Baathi’s die er nog waren. En hij roept Joden uit het Westen en Syrië op te komen kijken; in Irak zou hij dat niet in zijn hoofd halen.
Openlijk
Opvallend is ook dat er in Syrië openlijk over wordt gepraat. ‘Syrische Joden zijn Syriërs en ze hebben het recht om zoveel als ze willen in Syrië rond te reizen en naar hun huizen terug te keren’, is het commentaar op Twitter/X bijvoorbeeld als zich iemand tegen het ‘rondreizen van Joden’ uitspreekt.
Bakhour Chamntoub, de leider van de piepkleine Joodse gemeenschap in Syrië kon openlijk zeggen hoe blij hij was met de terugkeer van Hamra en zijn zoon. ‘Ik heb Joden nodig bij me in de buurt,’ zei hij, waarna hij de hoop uitsprak dat ‘Joden terugkeren naar hun buurten en hun volk in Syrië.’
Opmerkelijk in een land waar onder de dictatuur en de oorlog ertegen veel moslims extremistischer zijn geworden – net als in buurland Irak is gebeurd. Ook daar waren Joden onderdeel van het weefsel van de maatschappij. Daar is dat veertig jaar langer geleden, en lijkt dat oude patroon niet meer te herstellen. In Syrië kan dat misschien wel, maar dan alleen met heel veel goodwill en inzet van de juiste mensen.
En of er een reële kans is, is op dit moment totaal niet te voorspellen. Daarvoor is de situatie in Syrië nog veel te instabiel, met grote economische problemen en voortdurende armoede die de vreugde over de herwonnen vrijheid alweer begint te overheersen.
Dit artikel las je gratis. Vond je het de moeite waard? Dan kun je jouw waardering laten zien door een kleine bijdrage te doen. Als veel lezers dit doen, kan ik artikelen blijven schrijven over het Midden-Oosten.